Deze week

Heb je wel eens hard geknokt om iets te bereiken om vervolgens een stap terug te worden gezet? Nadat het me twee jaar geleden lukte om uit mijn rolstoel te komen en te gaan staan zou het nu makkelijker moeten zijn. Staan is gewonnen terrein dat niet meer weggaat zou je denken. Niets is minder waar helaas. Hoe hard ik ook vecht om meer te kunnen, af en toe zet mijn ziekte me even op mijn nummer. Met knieën, enkels, polsen die voelen alsof er pinnen in worden gedraaid. Een huid die in brand staat en gewrichten die voelen alsof er betonblokken tussen zitten. Bij elke beweging, elke stap, elke minuut die ik sta en elke noot op mijn viool ben ik me bewust van mijn kreunende en steunende lijf. Het is alsof mijn ziekte in de figuur van een kleine pestkop met een schijnheilig stemmetje zegt ‘dacht je nou echt dat je mij kon verslaan’. Toch ga ik door. Dat lijkt misschien vreemd. Als je pijn hebt en moe bent moet je slapen, maar afleiding is mijn redding. Ik ga op in de muziek, de emoties, de klanken en voel minder pijn. Natuurlijk kan ik mijn lichaam niet eindeloos uitputten. Door de juiste balans te vinden tussen werk en rust sluit ik vrede met mijn lichaam zonder mijn doelen op te geven.